Zo’n 250 in zwart geklede leden van de nationalistische paramilitaire
Hongaarse Garde hebben in het plaatsje Tatarszentgyorgy een
“anti-Romaoptocht” gehouden om te protesteren tegen de
“zigeunercriminaliteit”.
Ongeveer terzelfder tijd hielden ongeveer honderd etnische zigeuners
in het plaatsje een belachelijke protestmars tegen de “terugkeer van
het nazi-gedachtegoed”. Een 200 man sterke politiemacht hield een oogje
in het zeil. Tot geweld kwam het niet. Ongeveer een kwart van de 1800
inwoners van Tatarszentgyorgy is zigeuner.
De mars was het eerste publieke optreden van de in augustus
opgerichte organisatie. De Hongaarse Garde geldt als bevriend met de
kleine ultrarechtse partij Jobbik. Tijdens de mars verklaarde
vicevoorzitter Jozsef Biber van Jobbik: “Talrijke elementen van de
Roma-cultuur staan haaks op de Europese normen”. Biber is een
voorstander van “wet en orde”.
De burgemeester van het stadje bezuiden Boedapest, mevrouw Imre
Berente, had de mars zaterdag verboden, maar daar stoorden de betogers
zich niet aan.